Verslag Duurzaamheidscafé #2 2021: ‘Geen biodiversi-tijd te verliezen’

Hieronder vind je een verslag van de avond van Esmee de Lorijn.
Je kunt het complete café ook terugkijken op YouTube;

Terugkijken vroege editie (het café begint na 7 minuten):
https://www.youtube.com/watch?v=a6cuntUSHDQ

Terugkijken late editie (het café begint na 17 minuut 30 seconden)
De drie presentaties zijn hetzelfde. Het debat (vanaf 1 uur 14 minuten) is anders, omdat er twee andere mensen in het panel zaten, namelijk Ingrid Visseren en Sander Turnhout):
https://www.youtube.com/watch?v=c7lkhSpoFio&t=14s

Geen biodiversi-tijd te verliezen!

Live in Hortus Nijmegen, met de vogels op de achtergrond, een interessante avond over onze biodiversiteit. Mondiaal, in Nijmegen en natuurlijk in de botanische tuin.

Ecoloog en hoogleraar Hans de Kroon van Radboud Universiteit neemt ons mee in de biodiversiteitscrisis. Het IPBES-rapport was het eerste grote onderzoek dat stelde dat de biodiversiteit hard achteruit gaat. Het vernieuwende was dat het niet alleen ging om zeldzame soorten maar ook om alledaagse soorten zoals veel insecten. Voor Hans de Kroon was dit niet nieuw, Duits onderzoek toonde al aan dat we driekwart van onze insecten hebben verloren.

Hans de Kroon

Moeten we ons daar nou zorgen om maken?

Ja, insecten spelen een belangrijke rol in onze voedselketen en ver daarbuiten. De achteruitgang is ‘a dead by thousands cuts’. Dat is pijnlijk maar positief is dat veel sectoren een bijdrage kunnen leveren. En dat zie je ook. In de Ooijpolder zijn dijken begroeid met bloemen en de natuur laat daar haar veerkracht zien. Dit kan ook in de stad en al helemaal in Nijmegen. Dit betoogt het Manifest voor een vitale groene stad.

Nijmeegse biodiversiteit

Stadsecoloog van de gemeente Nijmegen, Ingeborg Swart, wil dat wij Nijmegen als een systeem zien dat waardevol voor de natuur is.Niet alleen de parkjes en bomen, maar óók de winkelstraat en de bedrijventerreinen.

Ingeborg Swart

Hoe staat het er nu voor met de biodiversiteit in Nijmegen?

De vlinderpopulatie is afgelopen jaren niet afgenomen, de soorten vlinders wel. We hebben wel een aantal bijzondere soorten in onze stad. Het gaat dus best goed, maar het kan veel beter. Aankomende tijd gaat de gemeente kijken hoe ze groene gebieden kan verbinden en verbeteren. Natuur moet de basis zijn in nieuwe ontwikkelingen en projecten maar ook in de eigen achtertuin. We zouden dit samen moeten doen en verbindingen moeten zoeken en kansen zien in woningbouw, energietransitie, industrieterreinen en de binnenstad.

De Hortus als toonbeeld van biodiversiteit

Bas Budel, beheerder van Hortus Nijmegen, en Cyril Hageman, lid van het kernteam, nemen ons mee in de 1.400 soorten die er leven in de Groene Schatkamer van Nijmegen. Er zitten ook bijzondere soorten bij die voorkomen op de Rode lijst, zoals de zwartblauwe rapunzel en het knikkend nagelkruid. De zaal krijgt een mooie reeks foto’s genomen in de botanische tuin te zien. Van de flora gaan we naar de schimmels. De botanische tuin telt meer dan 300 soorten paddenstoelen en schimmels die belangrijk zijn voor het verwerken van het afval in de tuin. Ook hier volgt een mooie reeks foto’s van bijvoorbeeld de stuifzwam en het weerhuisje dat opent en sluit bij veranderende weersomstandigheden. Ook zijn er meer dan 500 soorten dieren, van rupsen tot spinnen tot dassen en vleermuizen, de mooiste staan voor ons op foto’s.

Debat (de versie tijdens het late café)

Panel: Ingrid Visseren (hoogleraar met de focus op hoe het kan dat we zonder milieubeleid nog een kwetsbare natuur hebben) en Sander Turnhout (medewerker gezond landschap met de focus op het oplossen van de biodiversiteitscrisis vanuit meerdere perspectieven).

Van links naar rechts: presentator Marcel Wortel, beheerder Bas Budel en kernteamlid Cyril Hageman

Via de app Mentimeter kan het publiek reageren op de eerste stelling: ‘De natuur kan de volgende soorten wel missen…?’

Want dinosaurussen zijn toch ook uitgestorven? Ingrid vindt het een ergerniswekkende stelling. Dit is een van de belangrijkste oorzaken: we zijn onze relatie met de natuur totaal kwijt, alleen wat nuttig is, mag blijven. Het antwoord van het publiek vindt ze daarom ook hoopgevend. Het publiek antwoordt onder meer: ‘De Mens’ kan wel weg. Sander is het met Ingrid eens. We hebben geen idee wat soorten doen dus we kunnen niet zeggen welke soorten we nodig hebben, het systeem is te complex.

Iemand uit het publiek is het er ook mee eens. We moeten anders leren kijken naar de natuur. Het moet niet netjes en opgeruimd zijn en dat zullen we moeten leren. Een ander stelt dat de we de kat en ook exoten kunnen missen. Ingrid: ‘Ook exoten en huiskatten hebben recht om te bestaan, moet je kijken naar wiens recht belangrijker is? Exoot is een menselijk woord, de exoot heeft er niet om gevraagd om exoot te worden.’

Het publiek: ‘Ik begreep dat exoten andere soorten juist verdringen, dat heb je toch wel iets te doen?’ Sander: ‘Wij hebben ons het recht aangemeten om allerlei soorten te verplaatsen en van alles met dieren te doen. Dat zal je moeten heroverwegen en de exoten dwingen je daartoe. In de praktijk moet je er genuanceerd over nadenken, met als voorbeeld de pagaaien in het Amsterdamse Vondelpark.’

Avondvoorzitter Ron Vervuurt gooit de knuppel in het hoenderhok: ‘De natuur heeft ook events waarbij soorten er aangaan, en dan?’

Sander: ‘Dat je als een soort in zo’n korte tijd zo’n mass extinction hebt kunnen veroorzaken is zorgwekkend. We kunnen zelf bedenken bij te sturen.’

Wat moet de Hortus met de Europese rivierkreeft die andere soorten verdringt? Sander: ‘Het klopt niet helemaal. Deze rivierkreeft bestond al, hij is alleen vanwege de slechte waterkwaliteit weggegaan. Hij zou terug kunnen komen maar in die tussentijd is de exoot op die plek gaan zitten. Ingrid: ‘Hoe zijn die exoten hier gekomen? Door globalisering. Hoe kunnen we dit voorkomen in de toekomst? Er zijn ontzettend goede initiatieven: ecocide strafbaar maken, de natuur recht geven. Zo kunnen we op simpele manieren een andere relatie met de natuur vormgeven.’ Sander: ‘We moeten leren vanuit de natuur kijken.’

Nog een stelling: De huiskat moet aan de lijn om de stadsbiodiversiteit te redden.

Het publiek vindt overwegend van wel. Sander: ‘Een kat hoort van nature niet aan de lijn. Dit is weer zo’n oplossing achteraf. Men kan lukraak katten kopen en dan ga je achteraf proberen de situatie te reguleren. Zoiets als een diploma voor een huisdier: kan je een huisdier aan in theorie en praktijk?

Iemand uit het publiek vraagt zich af: moet je een kat opvoeden? Ja, je kan een kat trainen en zorgen dat die ’s avonds binnen is met bijvoorbeeld een kattenluikje. Alleen heeft die kat wel educatie nodig? Of richt de mens veel meer schade toe? Het publiek is verdeeld maar in zo’n systeem van een diploma zien ze wel iets. Hans: ‘Dat vogels soms worden opgegeten, daar moeten we niet zo dramatisch over doen. Wanneer je een vitale populatie hebt, kunnen ze dat prima hebben. Alleen alles in proporties, het kan wel uit de hand lopen dat zie je in bepaalde steden.’

Ingrid gooit er een grotere knuppel in want ook dit vindt ze eigenlijk een ergerniswekkende stelling. We zijn op een postzegel aan het discussiëren, we hebben het over de stadskat. Als we zo discussiëren, gaan die andere soorten kapot. Laten we via het voer bij de katten komen. In het voer zitten kuikens, dan komt je uit bij de bio-industrie en bij de grootschalige landbouw. Waarom is het systeem niet in orde? Omdat ons land en onze economie niet in orde zijn. We moeten naar onderliggende oorzaken kijken en die oplossen.

Als je iets wilt aanpakken moet je toch klein beginnen?

‘Nee, als burger en consument hebben we een aantal momenten een cruciale impact op de biodiversiteit. In het stemhokje, waar je bankiert, waar je je hypotheek hebt. Je kunt consuminderen. Het is zo simpel.’

Sander: ‘Dit is de economische analyse. Wat ook heel klein is, is bij jezelf bedenken van “Dit doe ik gewoon niet meer.” Ben jij die consumerende persoon of ben je iets dat groter is? Dit doe je dus zelf. Kijk meer vanuit culturele perspectieven naar de natuur. Op welke manieren kan je ook naar de natuur kijken?’ Ingrid: ‘We hebben op veel verschillende gebieden vooruitgang nodig.’

Terug naar Nijmegen. We voegen nu natuur toch toe aan onze bouwplannen. Sander: ‘En dit werkt ook. Er zijn vogels die in grinddaken nesten.’

Dat brengt ons bij de volgende stelling: De belangrijkste waarden van groen in de stad is?

Het publiek denkt ecologie. Ingrid vindt het een goede stelling maar Sander niet. ‘Waarom moeten we kiezen?’ Hans denkt dat er een belangrijk onderdeel mist: het welbevinden van de mens. Groen maakt dat we ons thuis voelen. De belangrijkste waarde is echter de economie. Door groen stijgt de waarde van je huis en je omgeving.

Stel je zou het in waarden uitdrukken? Stel je zou het kapitaliseren? Ingrid: ‘Hierdoor blijven we in het nauwe debat want dan hebben we het niet over waarden in de samenleving. Waarom zijn we in deze crisis? Omdat we de economie het belangrijkste vinden.’

Het publiek vindt dat het er wel fel aan toegaat: ‘We zijn nu onder gelijkgestemden maar bereiken we het grotere publiek op deze manier?’ Sander: ‘In essentie is het een moreel debat. Ik reageer op de stelling omdat ik denk dat de taal waarin je spreekt ervoor zorgt dat je ook bepaalde reactie krijgt. Noemen we iets een crisis, dan komen er crisismaatregelen bij.’ De reden waarom Ingrid zo reageert komt door haar betrokkenheid bij het onderwerp. Het is uit passie dat ze zo irritant is, zegt ze. We sluiten af met een reactie uit het veld: we willen geen waarden uitsluiten. We hebben het alleen over de belángrijkste waarde.

De avond werd met veel enthousiasme begeleid door Marcel Wortel en Ron Vervuurt.

Foto’s: Mohanad Ataya