Verslag Duurzaamheidscafé 2015 #3: Is er leven na het vlees?

Lux Nijmegen, dinsdag 29 september 2015

Onder de klanken van een liedje van Herman van Veen over allerlei ingrediënten van ons voedsel (Bestellied) komen de ca. 50 deelnemers de zaal in Lux binnen. Bij de start van het programma worden we verrast met een ‘voorgerecht’ door het duo ‘Rabbits at Top Speed’, waarin sopraan Florien Hilgenkamp en pianiste Celia Garcìa Garcìa, de draak steken met de liefde en de troost die voeding en koken biedt. Zij zullen ons ook nog op een ‘hoofdgerecht’ en ‘toetje’ verblijden.

Voorzitter Bert Lagerweij heet iedereen welkom, en mede-organisator van deze dag, Ronald Aalders (de Broeikas) bijt de spits af met een quiz waarin onze kennis over vlees en vegetarisme aan de kaak wordt gesteld: wat is de voornaamste reden voor vegetarisme, hoeveel vegetariërs telt ons land, en welk vlees belast het milieu het meest? Zijn enkele van de vragen die worden voorgelegd. In het publiek zitten vele (ervarings)deskundigen: ca. 7 mensen blijken alle antwoorden goed te hebben, en hen wordt eeuwige roem toegewuifd.

We zagen een kort filmpje van Theo Maassen, die het maar niks vindt als iedereen vegetarier zou worden. Dan zouden koeien gauw uitsterven en dat zou toch jammer zijn.

Daarna is het woord aan de deskundigen. Jacomijn Pluimers van Vereniging Milieudefensie (VMD), vertelt hoe belastend vleesproductie wel niet is voor het milieu. Het gaat dan om stikstofproblemen (verzuring en vermesting), achteruitgang biodiversiteit, en klimaatproblematiek: landbouw is voor 30% oorzaak van de broeikasgasemissies, en daarvan komt 18% voor rekening van de veehouderij (m.n. methaan). Ook worden grote gebieden elders in de wereld ontbost voor veeteelt, en worden landbouwgronden (m.n. elders in de wereld) gebruikt voor sojaproductie tbv. ons veevoer. Daarnaast wordt in de intensieve veeteelt dierenwelzijn op het spel gezet, wordt er in de veeteelt veel antibiotica gebruikt – hetgeen resistentie in de hand werkt, en vormt stank een belasting  van de leefomgeving. Veel boeren zitten vast in het systeem dat voortdurend om schaalvergroting vraagt en hen in de schulden jaagt: hun inkomen vormt vaak het sluitstuk, en per dag moeten gemiddeld 5 bedrijven de deuren sluiten. Tenslotte wordt nog opgemerkt dat we als consumenten veel te veel eiwit consumeren; 18 kg per jaar zou voldoende zijn, maar daar zitten we ver boven.

We moeten anders produceren:

  • Regionale focus
  • Kwaliteitsproductie
  • Eerlijke prijs
  • Kleinere levensvatbare bedrijven
  • Met de natuur mee
  • Andere vormen van werkgelegenheid: “juistschalige” bedrijven.

En anders consumeren:

  • Minder
  • Minder dierlijke eiwitten
  • Meer groente en fruit
  • Biologisch, lokaal, van het seizoen.

Daarna kwam Sandra van Kampen, van “de Schaal van Kampen” aan het woord.

Zij belichtte hoe de noodzakelijke voedseltransitie zou moeten gaan (zie ook Urgenda, Dag van de Duurzaamheid). Enorm belangrijk is dat er meer peulvruchten worden gebruikt en lokale voedselcoöperaties worden gestimuleerd. Er is zeker een beweging op gang, en opschaling is nodig en mogelijk. Zij geeft nu ook Masterclasses daarover. Sandra is een echte ‘groentenvrouw’, en promoot het eten van (veel meer) groenten; dan is 1 à 2x vlees per week ook niet zo’n probleem (80% groenten; 20% vlees). De voedseltransitie behelst:

  • Meer plantaardig
  • Meer groenten (nu eet slechts 5% van de volwassenen voldoende groenten) – en dus minder (dierlijke) eiwitten; wel meer peulvruchten.
  • Géén verspilling
  • Sluiten landbouw circels (circulair)
  • Minder industriële productie
  • Algen, insecten, kweekvlees.

Om meer groenten te eten dienen boerencollectieven en stadslandbouw/boerderijen (dichtbij) te worden bevorderd. Topkoks van ‘ Dutch cuisine’ bevorderen dit ook. Dutch cuisine staat voor groente in de hoofdrol, vlees en vis in de bijrol. Nu is het meestal andersom: een flinke lap vlees en een sliertje groente.
Kinderen moeten verleid worden groenten te eten. En ook acties van Jumbo en AH (foodmarkt) zijn interessant. Onlangs vond congres van telers en medici plaats over het belang van meer groenten in het dieet. Tekenend is ook dat er inmiddels 55 veganistische blogs bestaan. En de VN heeft 2016 uitgeroepen tot het International Year of Pulses.

Via ‘de bruine bonen bende’ worden recepten gedeeld en wordt geprobeerd om peulvruchten weer hip te maken (ook lupine etc). Daarnaast zijn er ook andere vleesvervangende producten, alhoewel er nog geen echte doorbraak lijkt te zijn: paddenstoelen (rijk aan eiwitten) – bijv. ‘Rotterzwam’ en ‘Meet the mushroom’ in A’dam; producten van de vegetarische slager; zuivelvervangers zoals Alpro; the Dutch weedburger.

Hoe versnellen we de beweging?

  • Jongeren vinden wel of geen vlees minder een issue (hechten er niet zo aan);
  • Schandalen aankaarten (rol NGOs)
  • Maak het een positieve beweging.
  • Noem het niet vegetarisch of veganistisch, maar groente (dutch cuisine) en geef groente een beter imago

Na een intermezzo van ‘Rabbits at Topspeed’ hielden twee vrouwelijke ondernemers uit Nijmegen een pitch:

  1. Crudo: gevestigd aan de Burchtstraat, die rauw, puur en onbewerkt, 100% plantaardige, veganistische voeding verkoopt, tevens eetcafé; ze hebben veel, vooral buitenlandse bezoekers, waarvan ca. 1/3 uit gezondheidsoverwegingen komt, bijv. gluten- en suikervrij;
  2. Novia Verde (Groene Vriendin): een lunchcafé en kleine bakkerij aan de Lange Hezelstraat; Natascha de Bel die het bedrijf opstartte, had persoonlijk te kampen met gezondheidsklachten (overprikkelde darm syndroom); vegetarisch en gezond koken deed ze al graag en haar gezondheid verbeterde.  Alle voedsel is veganistisch en suiker en glutenvrij. Maar het staat nergens, ook niet op de website. Als iemand binnenkomt en voorzichtig vraagt of er ook iets lactosevrij bij zit, is het antwoord: je kan hier alles eten.

Tijd voor debat:

  • Op een vraag waarom er nog steeds zoveel vlees gegeten wordt, antwoordt Sandra dat we het uit de ‘vlees=probleem’ sfeer moeten halen; het gaat om lekker eten, en we moeten minder dogmatisch gaan denken.
  • Jacomijn benadrukt dat het voor onze gezondheid so wie so nodig is om minder eiwitten te eten; maar nog steeds verschijnen er studies en propaganda die onderschrijven hoe goed eiwitten wel niet voor ons zijn (sportwereld etc); echter: we eten al heel veel daarvan – te veel!
  • Natascha vraagt zich af of een en ander ook niet ligt aan de marketing strategieën van de jaren ’50: vanwege slechte voedselsituatie moest vlees toen echt gepromoot worden; en er zijn zelfs beelden van demonstrerende vrouwen uit ‘50/’60 die meer vlees eisten. Toen was er groot tekort; nu is er overvloed. In feite hebben we vergelijkbare marketing nodig van groenten/fruit/telers.

Vervolgens concentreerde de discussie zich op een aantal stellingen:

Stelling 1. De overheid moet verregaande maatregelen nemen om de vleesconsumptie te verminderen: leidt tot een discussie over een sturende overheid, of een zich terugtrekkende overheid, die het teveel aan negatieve subsidies terugbrengt. Dan moet je weer opletten dat degenen die weinig te besteden hebben wel kunnen blijven kiezen tussen vlees en geen vlees. Er wordt geconstateerd dat je beter zou kunnen motiveren met de intrinsieke waarde van minder/geen vlees te onderstrepen: gezond/diervriendelijk. De overheid kan de transitie bevorderen door eerlijke informatie, maar het blijft lastig (bijv. wat is de rol van het Voedingscentrum). De overheid lijkt achter de feiten aan te lopen.

Stelling 2. Het is een illusie om te verwachten dat er een relevante groei in het aantal vegetariërs optreedt de komende 10 jaar:  Nu er al 800.000 zijn, lijkt het met een goede campagne (zie: anti-rokers) toch mogelijk – maar probeer het dan vooral positief te benaderen, zoals: probeer meer uit je eigen omgeving te halen. Vooral niet teveel zeggen dat het niet goed is om vlees te eten, dan krijgen mensen er weerstand tegen.

Er wordt gewezen op de relatief beperkte rol die Nederland speelt in het hele verhaal: de groei van vleeseters zit vooral in zich snel ontwikkelende landen en bevolkingsaantallen, in landen als China.  Vergroting van welvaart leidt vaak tot hogere vleesconsumptie. Het is nodig om juist ook naar elders in de wereld te kijken.

Stelling 3. Insecten zijn goede vleesvervangers: het blijft dierlijk en het kost veel meer energie (voor de kweek, koelen en drogen). Plantaardig is toch beter.

Naar aanleiding van Stelling 4. Als iedereen vegetarisch zou gaan eten wat het milieuprobleem oplost, wordt vanuit de zaal opgemerkt dat de urgentie van de zaak enorm is en dat we dat veel meer en duidelijker moeten communiceren.

Wat heeft meer impact op het milieu: vervoer of dierlijk voedsel? Dierlijk voedsel.

Een boer stelde dat voor veevoer slechts restafval van soja gebruikt wordt; het zou vooral om de olie gaan die voor menselijke consumptie wordt gebruikt. Dit blijkt niet helemaal te kloppen: er wordt uit soja zowel olie als meel (vaste stof voor o.a. veevoer) gebruikt; het meel brengt meer op dan de olie.

Waarom zijn vleesvervangers zo duur? Daarop hoor je eigenlijk een tegenvraag te stellen: waarom is vlees zo goedkoop?

Tot slot wordt ‘Vegetarische donderdag Nijmegen’ onder de aandacht gebracht. Daarbij zullen scholen (De Gezonde Kantine), boekhandel, restaurants en de bibliotheek (met sprekers, waaronder over de eetbare tuinen) betrokken worden.

Ter afsluiting verzorgt ‘Rabbits at top speed’ nog een laatste intermezzo, en staan er voor alle deelnemers lekkere vegetarische hapjes klaar en wordt lang doorgeborreld.

Verslag door Irene Dankelman